De recente brief van minister Keijzer aan de Tweede Kamer markeert een duidelijke trendbreuk in de manier waarop Nederland omgaat met bouwregelgeving. Waar regelgeving jarenlang vooral stapelde, remde en vertraagde, kiest het ministerie nu voor een andere benadering: meer ruimte voor woningbouw, minder onnodige regels en snellere procedures. Voor ontwikkelaars, aannemers en investeerders biedt dit kansen. Maar alleen als u goed begrijpt waar die ruimte zit – en hoe u deze veilig en effectief benut.
STOER moet de woningbouw vlot trekken
De minister zegt wat marktpartijen al jarenlang weten: het bouwen van woningen is in Nederland onnodig ingewikkeld geworden. Niet omdat de regels op zichzelf verkeerd zijn, maar omdat de opeenstapeling van voorschriften, procedures en lokale eisen in de praktijk leidt tot vertraging, hogere kosten en soms zelfs het stilvallen van projecten.
Met het programma STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) wil het Rijk daar verandering in brengen. De boodschap: bouwregelgeving moet eenvoudiger, voorspelbaarder en doelmatiger worden – zonder concessies te doen aan veiligheid, gezondheid of duurzaamheid. Het eerste rapport is op 24 april 2025 overhandigd aan de minister, die aan de hand hiervan een aantal wijzigingsvoorstellen heeft aangekondigd.
Welke veranderingen zijn voor u van belang?
Voor ontwikkelaars, bouwers en investeerders zijn met name de volgende mogelijke aanpassingen relevant:
- Einde aan lokale, strengere technische bouweisen. Gemeenten mogen alleen aanvullende technische eisen stellen als het Besluit bouwwerken leefomgeving daar expliciet ruimte voor biedt. Ook moet het lokaal makkelijker worden om soepelere technische regels in te voeren.
- Lagere bouwkosten door aangepaste eisen. Regels voor onder andere plafondhoogtes, trappen, daglichttoetreding en interne geluidsisolatie worden versoepeld. Denk bijvoorbeeld aan verlaging van de minimale plafondhoogte van 2,6 naar 2,5 meter, of de minimale deurhoogte van 2,3 naar 2,1 meter. Dit soort versoepelingen maakt efficiënter ontwerpen en bouwen mogelijk.
- Meer ruimte voor maatwerk en experimenten. Er komt meer vrijheid om – binnen de kaders van de Omgevingswet – te werken met alternatieve oplossingen, mits goed gemotiveerd.
- Geen verscherping milieuprestatie-eisen voor woningen tot 2030. De eerder aangekondigde aanscherping van de milieuprestatie-eis (MPG) wordt voorlopig niet doorgevoerd. De nadruk ligt nu op voorbereiding op Europese regelgeving – bijvoorbeeld ten aanzien van de broeikasgasemissies – die van kracht wordt vanaf 2030.
- Versnelling via standaardisering en digitalisering. Vergunningen voor woningtypen met een zogeheten ‘typegoedkeuring’ kunnen voortaan sneller worden afgehandeld. De eerste ‘fastlanes’ zijn gestart in Rotterdam en de regio Arnhem-Nijmegen.
- Netcongestie. De overheid gaat stevig inzetten op het terugdringen van netcongestie, door bijvoorbeeld netbewust bouwen te stimuleren, het moment van aanvraag voor transportcapaciteit te vervroegen, de aansluiting door derden te faciliteren en netcodes voor groepscontracten aan te passen.
- Aandacht voor bezwaar en beroep. Een derde van de woningbouwplannen loopt vertraging op door bezwaar en beroep. De minister wil niet alleen de procedures versnellen, maar beroepsprocedures ook onaantrekkelijk maken. Sommige projectcategorieën krijgen één instantie van beroep (rechtbank of Raad van State). Ook wil de minister het griffierecht voor omgevingsrechtszaken verhogen.
- Grondbeleid gaat op de schop. Het gebruik van model-anterieure overeenkomsten wordt gestimuleerd. In dergelijke overeenkomsten worden voortaan geen bovenwettelijke bouwtechnische eisen meer opgenomen. Daarnaast wordt de termijn voor het voorkeursrecht verlengd, al heeft de minister hierover nog geen concreet voorstel gepresenteerd. Tevens worden voorbereidings- en toezichtskosten voor projecten zonder specifieke tijdvakbepaling verhaalbaar; deze wijziging wordt opgenomen in het Omgevingsbesluit.
Hoe benut u de kansen?
De koerswijziging van het Rijk is positief ontvangen, maar brengt met zich mee dat een zorgvuldige juridische en strategische onderbouwing van bouwprojecten aan belang wint. Hoewel regels versoepeld worden, betekent dit niet dat de interpretatie ervan eenvoudiger wordt. Bovendien moet het in een rechtsstaat gewaarborgd blijven dat tegenstanders op effectieve wijze hun rechten kunnen blijven uitoefenen.
Kortom, in deze veranderende context is het zaak om vanaf de planfase juridisch doordacht te werk te gaan. Niet alleen om vertraging te voorkomen, maar ook om optimaal gebruik te maken van de ruimte die de wet nu biedt.
Hoe wij kunnen helpen
Als advocatenkantoor met expertise in het ruimtelijk domein ondersteunen wij ontwikkelaars, bouwers en investeerders met:
- het juridisch toetsen van projectplannen aan het omgevingsplan, het (vernieuwde) Bbl en de overige ruimtelijke regelgeving;
- het opstellen of herzien van (anterieure) overeenkomsten;
- strategisch advies en bijstaan bij bezwaar en beroep;
- het benutten van experimenteer- of maatwerkruimte.
Onze kracht ligt in het combineren van juridische precisie met een scherp oog voor de bestuurlijke en commerciële realiteit van gebiedsontwikkeling. Heeft u vragen, neem dan contact op met Hayri Yildiz: hayri.yildiz@bosselaar.nl / 06 450 513 88.
(Foto: Oleksandr Skochko, via Unsplash)