NL | EN
NL | EN

Wetswijziging RIV-toets in zicht: wat zijn de gevolgen voor werknemer en werkgever?

Advocaten > Blog > Wetswijziging RIV-toets in zicht: wat zijn de gevolgen voor werknemer en werkgever?

Binnenkort behandelt het kabinet het wetsvoorstel om het medisch advies van de bedrijfsarts leidend te maken bij de re-integratietoets van het UWV. Op, of na 1 juli 2023 kan het zijn afgerond, aldus minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van Gennip. Wat betekent de aankomende wetswijziging voor werkgever en werknemer? In dit blog leest u het verschil tussen de oude en nieuwe situatie.

Achtergrond: re-integratieplicht en RIV-toets

Tijdens de eerste twee jaar dat een werknemer ziek is, is de werkgever in principe verplicht om minimaal twee jaar 70% van het loon door te betalen. In deze periode hebben werknemer en werkgever een zogenaamde re-integratieplicht. Dit betekent dat ze er alles aan moeten doen om de zieke werknemer weer zo snel mogelijk aan het werk te krijgen. Al dan niet in aangepast vorm. Bij het inschatten van de mogelijkheden is het medisch advies van de bedrijfsarts doorslaggevend.

Zijn de twee jaar voorbij en is de werknemer nog niet volledig aan het werk? Dan kan de werknemer een WIA-uitkering aanvragen bij het UWV. Het UWV beoordeelt of de re-integratie-inspanningen voldoende zijn geweest. Dit noemen we de toetsing van het re-integratieverslag, kortweg RIV-toets.

Huidige situatie: verzekeringsarts heeft het laatste woord

Op dit moment is de beoordeling van de verzekeringsarts van het UWV nog leidend bij de RIV-toets. Concludeert de verzekeringsarts dat de werkgever onvoldoende heeft bijgedragen aan de re-integratie van de werknemer? Dan verlengt het UWV de loondoorbetalingsverplichting met maximaal één jaar. Dit noemen we de loonsanctie.

Voor veel werkgevers zit hier een belangrijk knelpunt. Het gebeurt regelmatig dat het oordeel van de verzekeringsarts afwijkt van dat van de bedrijfsarts. Zo kan er bijvoorbeeld verschil in inzicht zijn over de belastbaarheid van de werknemer, of over de mogelijkheden tot re-integratie. Het gevolg hiervan kan zijn dat een werkgever twee jaar lang het advies van de bedrijfsarts naar eer en geweten heeft opgevolgd, maar aan het einde van de rit toch een loonsanctie krijgt opgelegd. Omdat de verzekeringsarts de situatie anders beoordeelt.

Na wetswijziging: advies bedrijfsarts leidend

Dit verandert met de voorgestelde wijzigingen van de artikelen 65 en 88 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en artikel 38 van de Ziektewet. Voortaan wordt het advies van de bedrijfsarts leidend bij de RIV-toets.

De arbeidsdeskundige van het UWV beoordeelt aan de hand van het advies van de bedrijfsarts of werkgever en werknemer voldoende re-integratie-inspanningen hebben verricht. Op basis daarvan bepaalt het UWV vervolgens of de werkgever een loonsanctie wordt opgelegd.

De wetswijziging is goed nieuws voor de werkgever, die niet langer heen en weer geslingerd wordt tussen verschillende inzichten, maar voortaan weet waar hij aan toe is.

Loonsanctie blijft

Betekent dit dat de loonsanctie nu ook vervalt? Nee. Net als in de huidige situatie is de werkgever ook in de toekomst verplicht mee te werken aan de re-integratieplicht. Doet hij dit niet, dan loopt hij nog steeds het risico van een loonsanctie.

Gaat het om de RIV-toets, dan baseert de verzekeringsarts zijn oordeel voortaan op de bevindingen van de bedrijfsarts. De verzekeringsarts blijft wel diegene die bepaalt of een werknemer toegang krijgt tot een WIA-uitkering.

Vragen?

Heeft u vragen over de inhoud van dit blog, of heeft u op dit moment te maken met een situatie die hierop lijkt en waar u graag advies over wilt? Neem dan gerust contact op met Bart Duijs via 06 306 214 67 of bart.duijs@bosselaar.nl.

(Foto: Tom Claes, via Unsplash)