NL | EN
NL | EN

4/7 – Handhaving onder de Omgevingswet

Advocaten > Blog > 4/7 – Handhaving onder de Omgevingswet

Ons vierde blog over de Omgevingswet gaat over handhaving. Verwachting is dat er na de invoering van de Omgevingswet vaker handhavend opgetreden wordt. In welke situaties gebeurt dat en welke handhavingsinstrumenten zijn er?

(Dit is blog nummer 4 uit een serie van 7 blogs over de Omgevingswet. Blog 1 geeft een korte introductie op de Omgevingswet, blog 2 bespreekt de zes kerninstrumenten en blog 3 gaat in op veranderingen in de aanvraag van vergunningen voor bouwactiviteiten.)

Handhaving blijft deels hetzelfde

Hoe is de handhaving op dit moment geregeld? Voor de bouwpraktijk is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bijvoorbeeld een belangrijke wet die aangeeft dat het bevoegd gezag kan handhaven als een activiteit in strijd is met wet- en regelgeving.

Onder de Omgevingswet blijven de bestaande handhavingsinstrumenten intact. Concreet: als iemand de regels van het Omgevingsplan niet naleeft, kan het college van burgemeester en wethouders een last onder dwangsom opleggen of bestuursdwang toepassen.

Extra bevoegdheden

Maar, let op: er is ook een toevoeging en wel op twee punten:

  • de bestuursdwangbevoegdheid (voor het instemmend bestuursorgaan en de minister van Infrastructuur en Milieu, of een andere minister)
  • de bestuurlijke boetebevoegdheid op sommige terreinen.

Waarom die extra dwang- en boetebevoegdheden? Omdat verwacht wordt dat bestuursorganen onder de Omgevingswet vaker handhavend zullen optreden. Dat is de keerzijde van het uitgangspunt ‘meer ruimte, minder regels’. Als minder bouwwerken vergunningplichtig worden, zullen bezwaren en toetsing vaker achteraf plaatsvinden.

Open normen

Wat het niet minder ingewikkeld maakt, is dat een omgevingsplan vaak werkt met zg. ‘open normen’. Het kan zijn dat een bouwactiviteit vergunningvrij is, maar wel moet voldoen aan een open norm. Dat brengt onzekerheid, omdat je vooraf niet weet of jouw bouwactiviteit voldoet aan de norm.

Wat kun je dan doen? Optie is om toch een aanvraag voor een omgevingsvergunning te doen en te kijken hoe de gemeente reageert. Krijg je de vergunning niet, met het argument dat jouw bouwactiviteit past binnen de kaders van het Omgevingsplan, dan verklein je je risico op handhaving.

De knip

In een vorig blog hebben we al uitgelegd dat een omgevingsvergunning voor een technische bouwactiviteit niet automatisch betekent dat je mag bouwen. De bouwactiviteit moet ook in overeenstemming zijn met het Omgevingsplan. Is dat niet het geval, dan kan de gemeente handhavend optreden.

Zorgplicht Omgevingswet

Het volgende aandachtspunt is de zorgplicht. Die kun je onderscheiden in een algemene en een specifieke zorgplicht.

In de huidige Woningwet beperkt de algemene zorgplicht zich tot de veiligheid van een bouwwerk. De Omgevingswet trekt dit breder en betrekt de algemene zorgplicht op de fysieke leefomgeving. Betekent dit automatisch dat een gemeente handhavend optreedt wanneer jouw bouwactiviteit nadelig is voor de fysieke omgeving? Nee, dat hoeft niet.

De algemene zorgplicht geldt namelijk niet in de volgende twee situaties.

  • Als er ook een specifieke zorgplicht is, zoals in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Daarin vind je een overzicht van alle zorgplichten voor bestaande bouwwerken, nieuwbouw, verbouw en wijziging van de gebruiksfunctie en brandveilig gebruik van bouwwerken. Als deze zorgplichten van toepassing zijn, geldt de specifieke zorgplicht, echter (let op!) uitsluitend voor diegene tot wie de specifieke zorgplicht zich richt. Voor niet genoemde andere partijen blijft de algemene zorgplicht van toepassing.
  • Als er algemene regels of vergunningvoorschriften bestaan voor een bepaalde activiteit. In dat geval is het al duidelijk geregeld en geldt de algemene zorgplicht niet.

Wie handhaaft onder de Omgevingswet?

Het college van B en W is in beginsel de handhavende partij als het gaat om zaken die vallen onder de Omgevingswet en om omgevingsvergunningen. Een gemeente kan er wel voor kiezen om toezicht en handhaving uit te besteden, maar blijft zelf eindverantwoordelijk.

Soorten handhavingsinstrumenten

Er bestaan verschillende soorten handhavingsinstrumenten.

  • Instrumenten gericht op herstel: last onder dwangsom (voor niet herstellen of overtreden van de regel) of last onder bestuursdwang (als de overtreder niet herstelt, doet de overheid het en verhaalt de kosten op de overtreder)
  • Bestuurlijke boete (als herstel van de schade niet meer mogelijk is – denk aan gekapte bomen of gesloopt cultureel erfgoed). Zo’n bestuurlijke boete heeft een bestraffende functie, maar kan ook gericht zijn op preventie (om te voorkomen dat een overtreding nog een keer wordt begaan).
  • Strafrechtelijke sanctie: bestuurlijke strafbeschikking (BSB) bij minder ernstige overtredingen, of strafbaarstelling op grond van de Wet op de economische delicten (Wed). Bij de laatste gaat het vooral over milieudelicten.

Vaker boetes

In de huidige situatie wordt er niet vaak een boete gegeven aan een partij die iets doet dat in strijd is met het omgevingsrecht. Met de invoering van de Omgevingswet zal dit naar verwachting veranderen.

Bestuursorganen (vaak de gemeente) mogen boetes opleggen op het gebied van bouwen, monumentenzorg, natuurbescherming, milieu, cultureel erfgoed en voor handhaving van milieuregels in het kader van de Seveso-richtlijn.

Vragen?

Heeft u vragen over het thema handhaving binnen de nieuwe Omgevingswet, of over de Omgevingswet in het algemeen? Neemt u dan contact op met Jan-Willem Verhoeven. Dit kan via e-mail, of telefonisch: 06 836 913 85.